De Oorkonden van het Sint-Servaaskapittel te Maastricht 1062-1300 (Werken LGOG 32)

Op woensdag 4 juni 2025 wordt in de Keizerzaal van de Sint-Servaasbasiliek te Maastricht het vierde deel van het Limburgs Oorkondenboek gepresenteerd. Dit deel bevat 80 oorkonden van het Sint-Servaaskapittel te Maastricht uit de periode 1062-1300. In deze editie springen twee zaken bijzonder in het oog: het eerste is het onderzoek naar de drie oudste oorkonden uit 1062, 1087 en 1109. Deze drie oorkonden van rooms-koning Hendrik IV en Hendrik V die als vervalsingen werden beschouwd, bleken na uitgebreid paleografisch-diplomatisch onderzoek niet langer verdacht te zijn. Het tweede is het onderzoek naar de 31 oorkonden die uitgevaardigd zijn door de schepenen van Maastricht. Het paleografisch onderzoek bracht een aantal stedelijke scriptores aan het licht die verantwoordelijk waren voor de schrijfproductie in de dertiende eeuw. Hieraan is in de inleiding een apart onderdeel gewijd. Hoewel pas in 1294 voor het eerst sprake is van een ‘stadsschrijver’ Gozewijn, blijkt Maastricht al meer dan veertig jaar eerder vóór deze attestatie over stedelijke scribenten te beschikken. Het dictaatonderzoek heeft uitgewezen dat de Latijnse schepenoorkonden geredigeerd zijn volgens een zeer typisch en eigen dictaat, dat grote continuïteit vertoont. Aangezien er vanaf 1253 schrijfhanden zijn gelokaliseerd in het milieu van de schepenbank én er een karakteristiek dictaat is aangetroffen, mag de vroegste ontwikkeling van een stedelijke secretarie te Maastricht vanaf het midden van de dertiende eeuw worden verondersteld.
Als bijlage is in dit Oorkondenboek een artikel opgenomen van dr. G. Venner over de niet eerder beschreven zegels in de archieven van de kapittels van Onze-Lieve-Vrouw en Sint-Servaas, de broederschap der kapelanen van Sint-Servaas, de kloosters der Augustijnen, Jezuïeten, Predikheren en Witte Vrouwen en in het archief van de ambachten en ambachtsbeurzen te Maastricht.
De Stichting Limburgse Oorkonden, voortgekomen uit LGOG, heeft zich ten doel gesteld om de oudst bewaarde schriftelijke documenten in onze provincie Limburg te ontsluiten en voor een groot publiek makkelijk toegankelijk te maken. In 2022 gebeurde dat al met 40 oorkonden van het voormalige Adellijk Norbertinessenklooster van Sint-Gerlach, in 2023 met 73 oorkonden van de Abdij van Thorn en in 2024 met vertalingen van 45 oorkonden van de Abdij Kloosterrade.
Het bijzondere van het project is dat de originele stukken, bijna allemaal in het Latijn, worden afgebeeld, getranscribeerd en ook vertaald. Daarmee onderscheidt het zich van andere ‘klassieke’ oorkondenboeken.
Oorkonden op perkament werden opgemaakt als bewijsstukken van rechten en eigendommen. Het zijn dus documenten met een juridische strekking. Bij het opstellen van de tekst waren meestal belangrijke adellijke personen of geestelijken betrokken, maar tegelijkertijd betrof het onderwerpen die ook het dagelijks leven van de gewone man raakten. Door hun hoge ouderdom en zeldzaamheid geven ze daarmee vaak een unieke inkijk in het leven in deze streken in de tijd tussen 950 en 1300.
De uitgave in druk is opgenomen als deel 32 in de reeks Werken LGOG. Daarnaast worden alle oorkonden, deels ook met een verhalende toelichting, voor een breed publiek gepresenteerd op de website van de Stichting Limburgse Oorkonden: www.waarvanakte.eu.
Geertrui van Synghel; m.m.v. mr. drs. Th. Ebben, dr. R.A.W.J. Hackeng, drs. A.M.P.P. Janssen, dr. M. Oosterbosch en dr. G.H.A. Venner
2025
9789071581298
Roermond