De collecties van het LGOG

Het LGOG en zijn voorgangers hebben steeds een historische verzameling gehad. In 1864 werd al als wens uitgesproken een eigen museum te stichten. Deze collectie heeft – zoals in de Publications 125 uit 1989 vermeld wordt (p. 195-196) – een ware odyssee door de stad Maastricht achter de rug: Augustijnerkerk, Dinghuis, Lenculenstraat (tot 1951), voormalig klooster aan de Ezelmarkt (Bonnefantenklooster).

De collecties werden steeds uitgebreider en in 1968 is besloten het Museum en het Genootschap te scheiden. Zo werd de Stichting Provinciaals Museum voor Kunst en Oudheden (met de naam Bonnefantenmuseum) opgericht welke de collecties van het Genootschap in bruikleen zou krijgen en beheren. Dit museum verhuisde in 1979 naar Entre Deux (met behoud van de naam: Bonnefantenmuseum) en in 1995 naar huidige locatie.

Later is het Limburgs Museum in Venlo opgericht en kwamen het Centre Ceramique en het Regionaal Historisch Centrum Limburg, beide in Maastricht, tot stand.

In de loop van de tijd heeft het Bonnefantenmuseum uit de collecties van het LGOG onderbruiklenen gegeven aan de drie bovengenoemde andere instellingen, passend bij hun doelstellingen.

Enige jaren geleden heeft het Hoofdbestuur van het LGOG besloten de eigen collecties opnieuw te inventariseren en te stoppen met het systeem van één hoofdbruikleennemer en een aantal onderbruikleennemers. Men achtte het beter zelfstandige en nieuwe bruikleenovereenkomsten te sluiten met de vier hoofdgebruikers. Dit besluit zal na langdurig overleg met alle betrokkenen uitgevoerd worden door het tekenen van deze vier bruikleenovereenkomsten op 27 oktober 2018.

Het gaat om de volgende instellingen en LGOG-collecties: